Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ)

De Wet WOZ regelt de waardebepaling en waardevaststelling van alle onroerende zaken in Nederland: woningen, openbare gebouwen en bedrijfspanden.
De uitkomst van deze waardering wordt gebruikt bij het heffen van verschillende belastingen. Zo wordt de WOZ-waarde doorgegeven aan bijvoorbeeld de Belastingdienst en waterschappen.
Met ingang van 2005 ontvangt u jaarlijks de WOZ-beschikking met het aanslagbiljet gemeentelijke belastingen (was voorheen eens in de vier jaar), waarbij deze geldt voor de termijn van 2 jaar (peildatum is 1 januari 2003). Het komende WOZ-tijdvak loopt van dus 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006.

Bezwaar

Indien u denkt dat de WOZ-waarde te hoog is vastgesteld, dan dient u schriftelijk binnen zes weken na dagtekening van de beschikking bij de afdeling belastingen van uw eigen gemeente een bezwaar indienen, voorzien van een onderbouwing.
Mocht u niet tijdig genoeg een onderbouwing kunnen geven (bijvoorbeeld omdat u een taxatie laat verrichten) dan dient u het bezwaar zonder onderbouwing binnen de termijn van 6 weken in te dienen (pro forma bezwaarschrift). De motivatie kan dan op een later tijdstip worden ingezonden.
Mocht u het uiteindelijk wel eens zijn met de verstrekte WOZ-waarde, dan kunt u het pro forma bezwaarschrift alsnog intrekken.
Als u bezwaar maakt tegen de WOZ-waarde, wordt deze waarde alleen door de gemeente verlaagd als de waardeverlaging de wettelijke marge overschrijdt. Het heeft dus alleen zin om bezwaar tegen de waarde in te dienen, als de waardeverlaging volgens u minimaal de marge overschrijdt.
Mocht u het niet eens zijn de schriftelijke uitspraak van het hoofd van de afdeling Belastingen van uw gemeente, dan kunt u daartegen in beroep gaan bij de Rechtbank. Bij het instellen van een beroep moeten griffierechten worden betaald.

Bepaling WOZ-waarde

Voor elke woning (dus koopwoning en huurwoning) wordt de waarde in het economische verkeer bepaald (vrije verkoopwaarde; alsof het pand leeg is en onmiddellijk in gebruik kan worden genomen).
Daarbij wordt gebruik gemaakt van metingen en verkoopprijzen uit het Kadaster, (lucht)foto's, en al eerder door de gemeente vastgelegde gegevens, bijvoorbeeld de grootte van een pand. Deze informatie vult de gemeente aan met de gegevens over veranderingen in de afgelopen periode, zoals verbouwingen en dergelijke. Nadat de kenmerken van uw woning zijn vastgesteld, worden de prijzen van soortgelijke rond 1 januari 2003 verkochte woningen onderzocht. Bovendien vindt er een vergelijking plaats van de verschillende woningen in de omgeving. Niet iedere woning wordt afzonderlijk bekeken. De waarde van andere vergelijkbare woningen wordt afgeleid van de waarden van verkochte woningen.
Voor niet-woningen geldt een afwijkende methode van taxeren.
Mocht tussen de periode 1 januari 2003 en 1 januari 2005 de toestand van uw pand gewijzigd zijn, bijvoorbeeld door een verbouwing, dan kan in de loop van het tijdvak een nieuwe WOZ-waarde worden vastgesteld. Het vaststellen van een nieuwe WOZ-waarde gebeurt alleen als de waardevermindering boven een bepaalde drempel uitkomt.

WOZ-waarde en de fiscus

De WOZ-waarde wordt ook gebruikt bij de berekening van het eigen-woning-forfait. Bij eigen woning bezit moet u dan een deel van de WOZ-waarde bij uw inkomen optellen.

WOZ-beschikking

In de beschikking op de WOZ-aanslag staan onder andere de toegekende waarde, de waardepeildatum en het tijdvak waarin de waarde gebruikt wordt.
De opbouw van het taxatiebedrag ontbreekt echter. Deze staan vermeld in het taxatieverslag, dat u hetzij electronisch kunt inzien op de website van uw gemeente, hetzij schriftelijk kunt aanvragen.